Voordat er, op een door onkruid, brandnetels en bramen overwoekerd terreintje, een echte eendenkooi ligt, moet er heel wat gebeuren.
De planning is dat het twee jaar gaat duren. In die tijd doorloopt het project grofweg zes fases.
In de eerste fase zullen we de grond afgraven tot aan het ‘relict’ zoals dat in archeologische termen heet. Het relict staat hier voor de sporen of overblijfselen van de oude kooi die diep onder de grond verborgen zijn.
De tweede fase, die waarschijnlijk gedeeltelijk samenloopt met fase één, is het graven van de kooiplas en de vangpijpen.
In de derde fase is het groenplan aan de beurt. Nu wordt de groenstructuur aangelegd; bomen, heesters, grassen etc.
De aankleding van het kooigebied vormt de vierde fase. Dat zijn de stuwtjes en bruggetjes e.d.
Terwijl nu de waterhuishouding klopt en het kooibos de kans krijgt te groeien, bouwen we in de vijfde fase aan de werkplaats.
Als de kooi bijna klaar is, is het tijd voor de bouw van de informatieruimte voor het publiek. Dat is de afsluitende, zesde fase.
Geef een reactie