Afbeelding

‘Quarantaine’ als bedrijfsvoorwaarde

29 mrt

Wat in deze uitzonderlijke tijden voor veel mensen nu een nieuwe ervaring is, was in vroeger tijden voor de uitbater van onze eendenkooi een essentieel onderdeel van zijn dagelijks werk en leven. Op de kooi sleet de kooiker veel tijd in afzondering en eenzaamheid.

Afpaling

Voor een optimale vangst van wilde eenden was totale rust op de kooiplas van groot belang. De kooiker zorgde er dan ook voor dat binnen een ruime cirkel rond het kooibos geen andere mensen konden komen dan de kooiker zelf. Afzettingen, bosbeplantingen en gegraven sloten hielpen hem daarbij.

Foto van René Decap,
kooiman van Merkem, Vlaanderen, rond 1890

Mysterieuze kooiman

In de hoogtij dagen van de eendenkooi van Ruigoord was deze afgelegen plek alleen per boot bereikbaar en lag het voor de hand dat onze kooiker regelmatig langere tijd achtereen op het eiland verbleef. Dit maakte van hem voor buitenstaanders van de vaste wal een eenzame, maar ook geheimzinnige figuur.

Het gezonde buitenleven

Omdat een kooiker spaarzaam in aanraking kwam met andere mensen uit zijn omgeving, hooguit voor de inkoop van levensmiddelen en materialen en het afleveren van de eendenvangst, was dit weliswaar een afgezonderd, maar ook een relatief gezond buitenleven in de natuur.

Kooibos met kooikershuisje op het eiland Texel,
foto Frans Rodenburg

Op afstand van elkaar

In de beginjaren van de eendenkooi van Ruigoord werd het nabij gelegen Amsterdam geplaagd door verschillende besmettelijke ziekten, ook wel meegenomen door de handelsschepen van de VOC. Malaria, de gele koorts en de pest hielden het meest huis in de drukst bevolkte delen van de hoofdstad. Veelal ontvluchtten de rijkste Amsterdamse kooplieden de stank en de ziekten en verbleven hiertoe in hun riante buitenverblijven, op enige afstand buiten de stad. Een soort van luxueuze quarantaine. Aldaar lieten zij hun gebraden eendenboutje alsnog goed smaken!

Landhuis Elswout, Overveen

Deense Duck

28 jan

IMG_1200Afgelopen kerstvakantie een bezoek gebracht aan het Deense eiland Fanø. Denemarken, samen met Noorwegen en Zweden, was in de 10e en 11e eeuw een thuishaven van de roemruchte Vikingen en hun vDSC07770ermaarde leider Sven Gaffelbaard (960-1014). Van deze Noormannen is bekend dat naast het vlees van hun eigen vee, ook ganzen en eendenbout als proviand in hun schepen op rooftocht werden meegenomen. Het zou echter nog ruim 800 jaar duren voordat de effectieve vangtechniek met eendenkooien in Denemarken bekend werd.

Ook een Waddeneiland
In 1741 verkocht de Deense koning Christiaan de VI het eiland Fanø aan haar bewoners. Deze bewoners, boeren en zeelui, verdienden veelal hun geld in de handelsscheepvaart en visserij. Zodoende deden zij ook havenplaatsen in Holland en Vlaanderen aan, waar zij bekend raakten met het vernuftige vangprincipe van eendenkooien, en deze introduceerden op Fanø.

DSC07583DSC07584

Boerderij in het dorp Sonderho

Boerderij in Sønderho

Eendenbout voor havenwerkers
Een van de fraaiste dorpjes op het eiland Fanø is Sønderho. Door de Denen zelf recent verkozen tot een van de mooiste dorpjes van heel het land. In de 18e en 19e eeuw was Sønderho een belangrijke haven voor de Denen.

Niet langer voor consumptie
In 1931 kwam er in Fanø een verbod op het vangen van wilde eenden in de eendenkooien. Er werden daarna nog wel eenden gevangen om te ringen, de vogelstand te inventariseren en in kaart te brengen. Dit was nodig, omdat de wilde eend het in onze tijd in haar bestaan het een stuk moeilijker heeft gekregen.DSC07594

DSC07596

Op zes verschillende windrichtingenDSC07581
Het eiland heeft in totaal vier eendenkooien gehad, waarvan de belangrijkste nu nog bestaat en op enige afstand van het rustieke dorp Sønderho ligt. Deze gerestaureerde kooi had in het verleden wel zes verschillende vangpijpen in gebruik en is lokaal bekend onder de naam: Sønderho Gamble Fuglekøje. DSC07578

Net als de eendenkooi van Ruigoord is deze kooi het gehele jaar voor bezoekers toegankelijk en wordt er ter plaatse veel publieksinformatie gegeven. Een houten uitkijktoren biedt daarbij een fraai uitzicht over de kooiplas en de aanpalende Waddenzee.

DSC07598

Een onlosmakende verbinding tussen natuur en cultuurlandschap

29 jun

Dit jaar 2021 is het precies 120 jaar geleden dat adequate stappen werden gezet voor de oprichting van de eerste natuurbeschermingsorganisaties van Nederland. Op 27 december 1901 werd in Artis Amsterdam de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV) opgericht, met kort daarop aansluitend de vereniging tot behoud van Natuurmonumenten.

links Eli Heimans (1861-1914)
rechts Jac.P. Thijsse (1865-1945)

Bescherming door verwerving

Belangrijke initiatiefnemers voor beide oprichtingen waren de onderwijzers en natuurvrienden Jac. P. Thijsse en Eli Heimans. Met de aankoop van het Naardermeer nabij Amsterdam werd deze bijzondere plek het eerste natuurreservaat in het bezit van de vereniging Natuurmonumenten. Er zouden er in de jaren daarna nog vele gebieden volgen.

afbeelding uit een Verkade-album, tekenaar Jac.P. Thijsse

Liefde voor groene ruimte

Het doel van Natuurmonumenten is het behoud en beheer van in natuurwetenschappelijk en landschappelijk opzicht belangrijke terreinen in Nederland met de zich daarop bevindende monumenten van geschiedenis én kunst. Haar streven is mede gericht op het bevorderen van:

  • het behoud en herstel van natuur en landschap;
  • de zuiverheid van water, bodem en lucht alsmede het beschermen van stilte;
  • het besef dat de mens hiervoor verantwoordelijkheid draagt.

Een boom opzetten

Om de beide pioniers Thijsse en Heimans en hierbij hun éérste initiatief uit 1901 op een passende manier en plek te gedenken zullen er in dit najaar 2021 op de eendenkooi en in Ruigoord-Zuid twee stuks aansprekende herdenkingsbomen worden aangepoot. Onze kweker heeft hiertoe voor ons al een fraaie eiken- en lindeboom in zijn depot gereserveerd staan, verwijzend naar de naam Eik & Linde van de oude 19e-eeuwse uitspanning, oorspronkelijk gebouwd binnen het Artis-complex, en nu hier bekend als het ‘Wolvenhuis’.

In het depot van de boomkweker
Het Wolvenhuis Artis, voorheen genaamd ‘Eik & Linde

Vakantietijd in aantocht

We wensen alle bloglezers een prettige en zonovergoten zomervakantie toe met daarbij als toegift onderstaand enkele recente natuuropnames gefotografeerd op de eendenkooi en ter plaatse van Ruigoord-Zuid (foto’s Frans Rodenburg).

Rondje Ruigoord, deel 9 Het vergraven buureiland Houckx Nes

30 mei

Bij de droogmaking van het gebied rondom Ruigoord in 1872, is het oude eiland direct daarna en tot het einde van de jaren ’60 van de vorige eeuw als een van de hoogst gelegen punten in de Houtrakpolder goed herkenbaar gebleven en als zodanig centraal in het polderlandschap ingepast. Hoe anders is dit destijds gelopen met het naastgelegen eiland Houckx Nes!

Laarzenland

Houckx Nes, of later Hoekenes of Hoekse Nes, was een klein eiland, hoekig van vorm en laag gelegen ten oosten van Ruigoord. Het was aanzienlijk kleiner dan het eiland Ruigoord en voor de landbouw of veeteelt zo goed als onbruikbaar. In de 17e en 18e eeuw werd zo’n moerassig buitendijks gelegen gebied ook wel bij naam aangeduid als een ‘nes’. Een voorbeeld van zo’n plek, waar vandaag de dag in het historisch centrum van Amsterdam de smalle uitgaansstraat met de naam Nes ligt, lag hier eerder, in de 14e eeuw, een vergelijkbare drassige landtong die uitliep tot in het binnenwater van de Amstel.

Nes, Amsterdam. Gebouwd op brakke grond, later ook de naamgever van het Vlaams cultuurhuis.

Duiding, herkomst en naamgeving

De duiding en ligging van een nes, ook wel op maritieme kaarten, was tevens van belang voor een veilige doorvaart. Klinkende namen van bekende admiralen en marine-officiers uit de Gouden Eeuw zoals Jan en Aert Janse van Nes, waren afgeleid van zo’n moerassig eiland of laaggelegen landtong. Landschappelijke relicten die zeer nuttig als oriëntatiepunt of landbaken konden zijn. Andere oude plaatsen met zo’n natte setting zijn bijvoorbeeld Abbenes, Eemnes en Renesse.

Luchtfoto uit 1944 van de verkaveling Houtrakpolder met Houckx Nes nog net zichtbaar, verzonken in een nieuw kavel.

Watervogelparadijs

In tegenstelling tot het iets hoger gelegen en beter omdijkte eiland Ruigoord was de ligging van Houckx Nes dusdanig laag dat dit met enige regelmaat overspoeld werd door het brakke water van de uitlopers van het IJ van Amsterdam. Het IJ stond in die tijd nog in een open verbinding met de Zuiderzee, waar eb en vloed nog vrij spel hadden. Voor de eigen staleenden van de eendenkooi van Ruigoord lag Houckx Nes op korte vliegafstand en was een uitstekende fourageplek. Voor eenden kan het dagelijks voedsel zoals plantendeeltjes, zaden en kleine waterdiertjes enigszins zout en brakkig zijn, echter voor het drinken en de verzorging van hun verenkleed, was hier weer het zoete kreekwater in de kooiplas van Ruigoord noodzakelijk. Een vlucht naar Houckx Nes werd dan ook door deze staleenden frequent gemaakt, waarbij wilde soortgenoten op de retourvlucht naar de kooi aansloten en daar vervolgens door de kooiker gevangen konden worden voor de poeliermarkt.

Terug van weggeweest

Om te voorkomen dat bij de inrichting van het havenindustriegebied en daarbij het begraven en vergraven van Houckx Nes, deze bijzondere naam definitief in de vergetelheid zou raken, is bij raadsbesluit van 15 januari 1958 in Amsterdam-Osdorp de straat Hoekenes naar dit bijzondere eilandje in het IJ vernoemd. In onze tijd en zeer recent in 2019 is ten zuidoosten op een steenworp afstand van de huidige eendenkooi van Ruigoord nabij de Conakryweg een kordaat begin gemaakt met de groen-ecologische aankleding van een nieuw aangelegde waterberging. In deze berging zijn enkele kleine vogeleilandjes gemaakt en het geheel wordt omkleed met nieuwe beplantingen, takkenrillen en een vogelspottershut. Een imposant publieksinfobord maakt hier ook een passende verwijzing naar de oude naamgeving van deze plek: Houckx Nes! Na de inpoldering en droogmakerij in 1872 zijn hier de eerste watervogels, na bijna 150 jaar, als vanouds weer terug op hun favoriete ‘natte’ plek!

Publieksinfobord met fraai zicht op de waterberging in westelijke richting.
Vogelspothill met hut, westzijde waterberging nieuw Houckx Nes.
Kunst in de Hoekenese gracht, Amsterdam-Osdorp, kunstenaar Heppe de Moor, 1986.

Rondje Ruigoord, deel 8 Niet altijd een eiland

19 mei

Met het droogmaken van het omliggende gebied van Ruigoord in 1872-1873 was Ruigoord niet langer meer een eiland in het getijdenwater van het IJ en het Houtrak. Het werd zorgvuldig ingepast in de toen nieuwe Houtrakpolder en nu, in onze tijd, met een toegangsweg verbonden met het hoger gelegen havengebied van Amsterdam. Echter, dit is niet de eerste keer in de geschiedenis van Ruigoord dat deze bijzondere plek een vaste landverbinding had met haar directe omgeving …

Schiereiland verbonden aan het noorden  

In de 11e en 12e eeuw was de invloed van het water van het Oer-IJ op haar omgeving beperkt tot een smalle stroom die ten zuidwesten en ten zuidoosten van Ruigoord liep. De noordzijde van Ruigoord was met een langgerekt veenlandschap verbonden aan het oude ‘Westzanerland’. Deze plek en omgeving is ruwweg tussen de 11e en de 13e eeuw door de eerste boerenpioniers ontgonnen.

Topografische afbeelding van de landverbinding van Ruigoord met het noordelijk gelegen Westzaan, vanaf de 8e eeuw tot de 13e eeuw n.Chr.
In de kleur paars-roze aangegeven het veenland. In de kleur blauw aangegeven de smalle waterstroom, tevens vaargeul toegankelijk voor scheepvaart. Blad Rijnland, cartografie Chris de Bont, 2014.

Sterk gewortelde tradities

De eerste akkerbouwers leefden hier nog veelal met de oud-Germaanse gebruiken en rituelen. Vanaf het begin van de 11e eeuw verwierf het christendom geleidelijk aan meer overheersing op de mythologische religie van de Germanen in onze omgeving. Maar sommige sterke Germaanse geloofselementen werden desondanks ook stevig ingebed in de nieuwe christelijke godsdienst. Zo heeft tot vandaag de dag het beschilderen en verstoppen van paaseieren en het gebruiken van een kerstboom nu nog weinig aan zeggingskracht verloren.

D’Ailly, oud-burgemeester van Amsterdam ontsteekt het Luilakvuur

Het in onze tijd afsteken van vuurwerk en carbid en het ontsteken van paasvuren vinden eveneens hun oorsprong in Germaanse gebruiken, waarbij aan de godin Ostara een vuuroffer werd gebracht, winterdemonen werden verjaagd en stropoppen, die kwade geesten moesten voorstellen, ritueel verbrand.

De mythische kracht van vuur

Bij een formeel archeologisch onderzoek, uitgevoerd in 1970, zijn in de bodem van Ruigoord meerdere fragmenten aangetroffen van handgemaakt aardewerk en houtskoolrestanten van een door mensen gemaakte vuurplaats. Zo’n vuurplaats kon dienstdoen bij voedselbereidingen en verwarming, maar ook gebruikt worden voor religieuze rituelen. Deze vroege vondsten in Ruigoord worden gedateerd vanaf het jaar 1250. Diverse zware stormvloeden teisterden aan het einde van de 13e eeuw dit jong gekerstende gebied waarbij de vaste verbinding tussen Ruigoord en Westzaan door dit natuurgeweld spoedig dreigde weg te slaan. Een vuuroffer aan de god van onweer, storm en regen (mocht dit überhaupt gebracht zijn) kon niet meer baten. Ook een beroep op het nieuwe geloof voor bescherming tegen de elementen heeft hier geen soelaas meer kunnen bieden. Grote stukken veengebied gingen verloren, het IJ verbreedde zich aanzienlijk, en in de overgang van de 13e naar de 14e eeuw werd Ruigoord een eiland en is dit gebleven tot de inpoldering in het jaar 1872.  

Tot voor kort, aan de overzijde in Westzaan, was het volgens oorspronkelijk Germaans gebruik, nog traditie om in de nacht voorafgaande aan Eerste Pinksterdag, publiek grote Luilakvuren te ontsteken (!).

Luilakviering in Westzaan. jaren ’50, 20e eeuw.

Rondje Ruigoord, deel 7 De Alteratie van Amsterdam

31 mrt

20 April 2021 is een monumentale dag in de geschiedenis van Ruigoord en voor de stad Amsterdam. Op deze datum is het exact 470 jaar geleden dat het toenmalige gemeentebestuur van de stad een bijzonder stukje grond aankocht op het toenmalige eiland ‘Ruijgenoort’. Amsterdam was in die periode van de 16e eeuw nog volledig trouw aan het streng katholieke gezag van de Spaanse koning Philips II. Een opzienbarende revolutie met ingrijpende gevolgen hing echter toen al voelbaar in de lucht.

Een opstand in voorbereiding

Maarten Luther, kerkhervormer (1483-1546)

In het begin van de 16e eeuw ontstond er in delen van Noord-Europa toenemende onvrede over het functioneren van de Rooms-Katholieke Kerk. Het protestantisme, een soberdere belijdenis van het christendom, kreeg in delen van Duitsland en de Nederlanden vanaf circa 1520 in toenemende mate voet aan de grond. Dit zorgde voor grote onrusten binnen de kerk en met name onder het regerende katholieke stadsbestuur van ‘Aemstelredamme’. Het gezag en de economische macht van de zittende magistraten en geestelijkheid dreigden sterk ondermijnd te worden door fanatieke opstandelingen, later ook wel Geuzen genoemd. Veel van deze opstandelingen uit Holland en Zeeland waren zeer vertrouwd met de zeevaart in deze Gewesten, zo ook met de getijdewateren van het IJ van Amsterdam en rond het IJ-land Ruigoord.

Storm op het IJ van Amsterdam,
Jacob van Ruisdael

(1628/1629, A’dam – 1682, H’lem)

Economische belangen mede als aanleiding

Wat ging hier eerder aan vooraf? Kort na het jaar 1342 verkreeg Amsterdam haar tolrecht op een van de belangrijkste handelswaren uit die tijd: bier! Tezamen met de grootscheepse invoer van o.a. graan en hout ontwikkelde de stad zich als belangrijke stapelplaats voor handel in bulkgoederen uit het Oostzeegebied. Met name de goede contacten met de Duitse Hanzestad Hamburg waren voor Amsterdam zeer winstgevend. In het jaar 1376 stonden er in Hamburg alleen al 457 bierbrouwerijen.

Bierfusten op de Bierkaai, Oudezijds Voorburgwal in Amsterdam, Jan van der Heyden (1637-1712)

Wie het eerst bouwt, die het eerst brouwt

Nog voor het Amsterdamse tolrecht op het verhandelen van bier, had het nabijgelegen Haarlem al in 1245 haar stadsrechten gekregen van graaf Willem II van Holland. De economie van Haarlem draaide vanaf het begin van de 13e eeuw overwegend op het brouwen van bier en de scheepsbouw. Het uit het zuiverste water gebrouwen Haarlemse bier was al vroeg bekend bij de Amsterdamse ingezetenen, ook wel ‘Poorters’ geheten, en met name populair voor eigen consumptie.

Kolksluis Spaarndam

De Haarlemse bierschepen wisten in die tijd hun weg via de schutsluis van Spaarndam, over het onstuimige water van het IJ, naar de losplaats van de Amsterdamse bierkaai prima te vinden. Bij barre weersomstandigheden konden schepen op het IJ in de luwte van het eiland Ruigoord voor enige tijd voor anker om hier gunstigere wind af te wachten. Zodoende raakten Haarlemse kooplieden en bierbrouwers al vroeg bekend met de praktische mogelijkheden van de gronden van het eiland en haar strategische ligging in het getijdewater van het IJ.

Een goede buur is ….

Door haar standvastige trouw aan de Spaanse machthebber geraakte de stad Amsterdam vanaf het begin van de 16e eeuw in een toenemend economisch isolement. In een van haar pogingen hier verandering in te brengen en weerstand tegen te bieden, kocht Cornelis Buijck Zijbrantszoon namens de bestuurders van de stad in 1551 het strategisch gelegen kavel grond ‘Die Smaele Strenge’ direct gelegen ten zuiden van de Bansloot van Ruigoord (). De twee kavels direct hieraan naastgelegen, op het zuidelijk deel van het eiland, waren toen al eerder in bezit gekomen van de invloedrijke Haarlemmers, burgemeester Joost van Hillegom en bierbrouwer Jan Pieterszoon Hijze.

citaat uit koopakte 20 april 1551
“…. dezen Cornelis Buijck Zijbrantszoon ambochtsheer inden voornoemde ambochten doer nominatie der stede van Amstelredamme ende tot behouff der zelver stede een madt lants genoempt die Smaele Strenge gelegen over IJe op Ruijgenoort inden ban van Houdtrijck. Daer lendenen aff zijn aende zuijdtoistzijde die Groote Strenge toebehoerende Joest van Hillegom burgemeester tot Haerlem met zijn evenknije ende aende noortwestzijde Jan Pieterszoon Hijze brouwer tot Haerlem.

Uitsnede uit kaart van het Hoogheemraadschap van Rijnland uit 1731. Uiterst links benoemd, de (west)haven van het eiland Ruigoord.

Een lucratieve omwenteling

Het mocht uiteindelijk allemaal niet baten. De Watergeuzen waren heer en meester op de wateren van het IJ en bleven controle houden over met name het noordelijk deel van het eiland Ruigoord. De stad Haarlem koos enige jaren later definitief de kant van de opstandelingen en de revolutie. Op de gedenkwaardige datum 26 mei 1578 werd de zittende katholieke stadsregering van Amsterdam afgezet en drie dagen later werd een nieuwe raad geïnstalleerd. Deze gebeurtenis kwam bekend te staan als de ‘Alteratie van Amsterdam’. Een van de belangrijkste gebeurtenissen uit de rijke geschiedenis van de stad.

Alteratie Amsterdam, Jan Luyken (1649-1712)

Luyken had oog voor detail: de grimmige Geuzen, de verbolgen bestuurders, het uitgelaten publiek, de keffende hondjes en de smekende monniken roepen een mooi totaalbeeld op.

Voor Amsterdam brak hierna een gouden tijd aan. Een groot aantal kooplieden, brouwers en andere vaklieden verkasten van uit het woelige Vlaamse Zuiden naar Amsterdam, waar de handel nog verder opbloeide als nooit tevoren. De Alteratie van Amsterdam wordt daarom vaak beschouwd als het startpunt van de Gouden Eeuw. In deze Gouden Eeuw, in 1652, werd op het zuidelijkste puntje van het eiland Ruigoord een eendenkooi gesticht, een van oorsprong Vlaamse vinding, en nabij de kavel De Smaele Strenge werd een melkhuisje gebouwd. Lees hierover meer in de blogs Rondje Ruigoord deel 5 en deel 6.

Aan de dijk gezet

Relict van de oude zeedijk van Ruigoord anno 2021

Hoe Cornelis Buijck Zijbrantszoon, ambachtsheer en aankoper van het kavel de Smaele Strenge het in die tijd op Ruigoord is vergaan, valt te raden … In de binnenstad van Amsterdam werden in 1578 katholieke burgemeesters, waaronder Hendrick Dirkszn en Joost Sijbranszn Buijck, en enkele monniken letterlijk via het Damrak de stad uitgevaren en aan de dijk gezet, en wel aan de Diemerzeedijk, voorbij de banpaal. Dit gebeurde opvallend genoeg vreedzaam en zonder bloedvergieten. Mogelijk is Cornelis op Ruigoord ook wel door de Geuzen ‘aan de dijk gezet’ en verscheept, wie zal het zeggen? Een relict van de oude zeedijk van het eiland Ruigoord is vandaag de dag nog altijd in het cultuurlandschap van de dorpskern terug te vinden!

Rondje Ruigoord, deel 6 Een plek voor ontmoeting, samenwerking én ontspanning

28 feb
Foto Frans Rodenburg

Was de eerste bebouwing op het eiland Ruigoord in de 17e eeuw voornamelijk een praktisch ingerichte werkruimte, als het werk gedaan was zal dit zeker ook een knus en behaaglijk onderkomen zijn geweest om bijvoorbeeld gezamenlijk een gebraden eendje te eten, op winterdagen wat warme melk te drinken of wellicht met anderen bij een potkacheltje, onder het genot van een borreltje, nieuwe plannen te maken en lokale anekdotes uit te wisselen.

Gastvrije Hoeve-grond

Op een traditionele boerderij was en is de keukentafel veelal de centrale en meest laagdrempelige plek van het woonhuis. Op meerdere momenten van de dag is dit de plek van samenkomst waar, naast huisgenoten ook collega-boeren, marskramers, kooplieden en andere bezoekers werden verwelkomd. Met name melkhuisjes konden uitgroeien tot boerenerven die zich nader toelegden op het ontvangen van deze bezoekers. Gestrande reizigers konden hier hun paard van de wagen in- en uitspannen, in de stal verzorging geven en voor de nacht eten en onderdak vinden. De benaming ‘uitspanning’ voor een gastvrij melkhuisje en boerenherberg is hiervan afkomstig. In onze tijd is dit fenomeen ook wel verder ‘geëvalueerd’ tot grootschalige en buitenstedelijk gelegen wegrestaurants en hotels of ook wel anders, en tot gespecialiseerde zorgboerderijen.

Schilder Adriaan van Ostade (rechts)

Veel in de melk te brokkelen

Een melkhuisje kon zich ook wel geheel losmaken van het traditionele boerenbedrijf om zich zodanig te ontwikkelen, specifiek als een plek voor vermaak en vertier. 17e en 18e eeuwse hoeven-gronden werden dan wel omgedoopt tot zogenaamde ‘pleziertuinen’, over het algemeen bezocht door de gegoede burgerij. Een van de specialiteiten en delicatessen van zo’n melkhuisje uit die tijd was onder andere ‘zoete melk met brokken’. In onze tijd ook wel broodpap genoemd. Alleen die mensen die het konden betalen konden zich toen zo’n luxe lekkernij met brood, suiker en kaneel veroorloven.

Hoeve Ruigoord met theehuisje, anno 1969

Minnekozen bij het melkhuisje

De Amsterdamse Overtoom was in de 17e eeuw ook zo’n specifieke pleziertuin vol vertier en versnaperingen. Een plek met speciale aantrekkingskracht voor met name de lokale jongelui. Het bekende onderstaande versje is hier direct aan gerelateerd:

In de pleziertuin.



 Schuitje varen, theetje drinken. 
 Varen we naar de overtoom.
 Drinken we zoete melk met room.
 Zoete melk met brokken.
 Meisje, kan je al jokken?* 

*jokken betekent in deze: de liefde bedrijven. 

Zo staat in een oude uitgave van de Bijbel: "Isaak was jockende met Rebecca sijne huysvrouwe" 
[citaat Bert van Zantwijk].
Impressie van het Melkhuisje van Ruigoord met traditioneel, riant dakoverstek en open aanbouw

Traditie in materiaalgebruik

Terug naar onze tijd: halverwege de jaren ‘80 van de vorige eeuw verleende de toenmalige gemeente Haarlemmerliede & Spaarnwoude formeel vergunning voor de herbouw van een impressie van het originele melkhuisje van Ruigoord. Dit houten huisje is hier gebouwd door Frans Rodenburg van Stichting Het Eiland op de oude grond van Hoeve Ruigoord, daar waar in de 17e eeuw ook ooit het oorspronkelijke ‘Melckhuyfgen’ heeft gestaan. Het authentieke huisje zal hier zo’n 350 jaar geleden met lokale en ook hergebruikte materialen gemaakt zijn. Bouwmaterialen, die deels van het eiland, deels vanaf de vaste wal naar het eiland Ruigoord waren overgevaren. Zo ook zijn er bij de bouw van de 20e-eeuwse impressie, voor een deel gebruikte tegels en straatklinkers afkomstig van oude Amsterdamse Hofjes, originele vloerbalken en kapspanten uit verbouwde grachtenpanden en dakpannen van oude boerderijen en gemeentewerkplaatsen uit Haarlem en Halfweg gebruikt.

De herkenbare, traditionele bouwstijl van een melkhuisje als uitspanning gelegen in Hilversum.
Kaas- en melkbrik bij het Melkhuisje van Ruigoord, 1989
Uitgespannen paardentuig bij eendenkooi van Ruigoord, 2021

Rondje Ruigoord, deel 5 Traditie in ruimtegebruik

29 jan

De eerste bebouwing van wat later tot de dorpskern van het eiland Ruigoord kon uitgroeien, was het ‘Melkhuisje’. Het was een eenvoudige opstal, voor het eerst weergegeven op een oude landkaart van het Hoogheemraadschap van Rijnland uit het jaar 1666. Het is goed mogelijk dat het huisje al enkele jaren eerder hier is gebouwd.

Een bijzondere aankoop

Uitsnede uit landkaart van Hoogheemraadschap van Rijnland anno 1666 van het Melkhuisje ten zuiden van bansloot

De grond waar dit Melkhuisje op is gebouwd, is eerder door de stad Amsterdam aangekocht in het jaar 1551, lees hierover meer in onze blog Een bijzondere aankoop. Zover bekend was het op dat moment nog onbebouwde grond. Om de verschillende kavels op het toenmalige eiland Ruigoord van elkaar te kunnen onderscheiden, kregen zij afzonderlijk van elkaar diverse klinkende namen. Deze namen konden afgeleid zijn van hoe een stuk land er uit zag, gebruikt kon worden of een directe verwijzing zijn naar de naam van de eigenaar. Bij wisseling van eigenaar of gebruiksfunctie kon ook wel eens de naam van een kavel veranderen of verplaatsen. De naam van de kavel bij het Melkhuisje luidde ‘Smaele Strenge’. Het huisje zal nabij deze grond zijn gebouwd, globaal in de periode tussen 1551 en 1666.

Artist-impression oude grondverkaveling eiland Ruigoord. Kees Nevenzel, beeldend kunstenaar.

Plek voor ontmoeting en samenwerking

De benaming ‘Melkhuisje’ verraadt al direct wat meer over haar oorspronkelijke gebruiksfunctie, hierover meer in de blog Van oudsher Ruig. Het huisje zal eenvoudig zijn ingericht, met een bergruimte voor materialen en gereedschappen die nodig zijn in het boerenbedrijf, met daarbij een zogenaamd ‘boenhoek’ als aparte werkruimte voor zuivelbereiding. Vergelijkbaar met het kooikershuisje van een eendenkooi zal hier ook een slaapvoorziening zoals een bedstede in het huisje aanwezig zijn geweest. Omdat dit huisje naast het oudere bestaande eendenkooihuisje, elders zuidelijk op het eiland, hier in 1666 het énige melkhuisje was, ligt het voor de hand dat dit hier door meerdere landarbeiders gebruikt zal zijn. Lange werkdagen of slechte weersomstandigheden dwongen de gebruikers regelmatig tot een overnachting op het eiland.

Gerestaureerde bedstede in het kooikershuisje van Berlare (B.)
Huisje met boenhok te Zoeterwoude

.

Een ruimtelijk-economische duiding

Naast een herkenbare benaming van een specifiek kavel, zoals Smaele Strenge, werd vanaf de vroege middeleeuwen een afgebakend perceel ook wel een Hoeve-grond genoemd. De duiding ‘hoeve’ betekent in deze de noodzakelijke hoeveelheid grond om van te kunnen leven en een bestaan op te bouwen. Zo bestaan er in Holland, naast hoeven met agrarische opstallen als bebouwingskern, ook kasteel- en abdijhoeven met elk haar specifieke gebruiksfuncties, afgeleid van de mogelijkheden die de grond kon bieden. Zo zijn er hoeven die zich mede toelegden op fruitteelt, bierbrouwen, schapen houden of gasthuis voor gestrande reizigers. Dergelijke hoeven waren voor een belangrijk deel vaak zelfvoorzienend. Het uitgangsprincipe om de kavel van het melkhuisje van Ruigoord als omsloten hoeve-grond te duiden en in te richten met binnenerven en werk- en verblijfsopstallen, heeft op deze plek in Ruigoord zijn vlucht gekregen eind 19e en begin 20e eeuw met de bouw van het gemengd agrarisch bedrijf ‘Hoeve Ruigoord’ van de familie Stefels. De praktische en oorspronkelijke functie van het originele Melkhuisje is bij de bouw van Hoeve Ruigoord passend geïntegreerd en vervolgens mee ontwikkeld, een centrale plek op de hoeve. De keuze van de familie Stefels om hun boerderij formeel en specifiek ‘Hoeve Ruigoord’ te noemen, is een directe verwijzing naar, en bewustzijn van de oorsprong en geschiedenis van de grond waarop deze is gebouwd. Hoeve Ruigoord is afgebroken rond 1972. Een huidige, thans bestaande impressie van het oorspronkelijke ‘Melckhuijfgen’ is op deze plek gebouwd halverwege de jaren 80 van de vorige eeuw.      

                                                    

Links boven:

  • Luchtfoto van het kavel van Hoeve Ruigoord, anno 1944.

Rechts van boven naar beneden:

  • Onderkomen voor gasten, seizoens- of vaste arbeiders van Hoeve Ruigoord. Bouwstijl idem als de hoofdgebouwen op de Hoeve-grond. Afgebroken eerste decennia 2000.
  • Johan Stefels en zijn gezin. Naast een agrarische traditie had het gezin Stefels ook een familietraditie in bouwkunde en architectuur. Vanuit deze achtergrond waren zij zich ook bewust van de bijzondere oorsprong en geschiedenis van grond en relicten waar zij hun nieuwe boerderij ‘Hoeve Ruigoord’ op bouwden.
  • Ruimte voor zuivelbereiding op de boerderij.

Onder:

  • Woning en schuur Hoeve Ruigoord anno 1922, met veel aandacht voor bouwstijl en landschappelijke compositie. Gebouwd op het hoogste punt van de oostelijke zeedijk van wat eens, tot 1872, het eiland Ruigoord was.

Traditie in ruimtegebruik

In onze tijd wordt op deze bijzondere plek, vandaag de dag gelegen in het 3e kwadrant van Ruigoord-dorp, deze manier van ruimtelijke inrichting en functioneren voortgezet vanuit een cultuurhistorische meerwaarde en door middel van onder andere werkerven met een sociaaleducatieve meerwaarde en ontmoetingsruimte.

.

Rondje Ruigoord, deel 4 óók een plek waar Nederland ooit begon

31 dec
Traditionele vlag Watergeuzen

Op oude landkaarten van het eiland, genomen kort na de inpoldering van het water rond Ruigoord, en op latere luchtfoto’s is nog goed te zien hoe de agrarische verkaveling van het eiland op hoofdlijnen in meerdere windrichtingen is aangelegd. Wat lag hieraan ten grondslag?

Luchtfoto van de Houtrakpolder en Ruigoord, 10 september 1944

Afwatering met een meerwaarde

De opsplitsing van het eiland in meerdere delen werd op het land begrensd door twee belangrijke hoofdafwateringen, oftewel sloten. In het zuiden van het eiland was dit de zogeheten Wadtsloot, een overwegend praktische watergang die globaal door het midden van het landschap was  gegraven. En van oost naar west de Bansloot. Op oude kaarten ook wel de ‘Banscheiding’ genoemd. Deze Bansloot was van oever tot oever over de gehele breedte van het eiland Ruigoord aangelegd.

Tekening met daarop centraal aangegeven de loop en de benaming van de Wadt- en de Bansloot van Ruigoord

In de ban

Originele banpaal t.p.v. de Spaarndammerdijk nabij Ruigoord

Naast een afwatering van regenwater richting het IJ had de Bansloot nog een andere, belangrijkere functie direct gerelateerd aan zijn naam. De sloot belichaamde een duidelijke, fysieke grens tussen het noordelijke en zuidelijke deel van het oude eiland. Het woord ‘ban’ werd vanaf de Middeleeuwen tot in de 18e eeuw nog veelvuldig gebruikt om onder andere een rechtsgebied te duiden. Zo werden grenspalen ook wel banpalen genoemd. Er werd streng toegezien op het respecteren van bangrenzen. Niet zelden op straffe van een boete, lijfstraffen of zelfs de dood.

Kaart van het Hoogheemraadschap van Rijnland van de nabije omgeving van Amsterdam, met daarin omcirkeld het eiland Ruigoord. Het zuidelijke deel rood gekleurd behorende bij Houtrijk & Polanen. Het noordelijke deel van het eiland licht gekleurd behorende bij Westzanen.

Wat de boer niet kent …

Op het eiland behoorde het grondgebied ten noorden van de Bansloot onder Westzanen, gelegen aan de noordoever van het IJ, en het zuidelijke deel onder Houtrijk en Polanen, waar nu het dorp Halfweg ligt. In die tijd dat Ruigoord nog een eiland was, omringd door brak getijdewater, leefden de bewoners van Houtrijk en Polanen sterk onder invloed van de opkomende groei van de nabijgelegen handelssteden Haarlem en met name Amsterdam. De mensen van Westzaan waren overwegend robuuste landarbeiders, sterk en zelfstandig, en beroepsmatig actief in bewerkelijk waterrijk gebied. Enig verschil in inzichten, cultuur en lokale gebruiken tussen die twee bevolkingsgroepen lag voor de hand.

Een sterke uitvalsbasis

Het belang van verdediging en behoud van het noordelijk deel van het eiland door de Westzaners werd aanzienlijk veel groter rond het jaar 1571. Veel Westzaners ontpopten zich tot opstandelingen tegen het toenmalig Spaanse gezag in Holland. Zij vonden aansluiting bij de vermaarde Watergeuzen en kwamen in actie. Ruigoord-Noord werd voor hen van strategisch, militair belang.

Herdenkingsfeest PinksterZaan, Westzaner Watergeuzen op de Zaanse Schans, 2018

Spaans benauwd

In 1572 verplaatsten zich een grote Spaanse troepenmacht vanuit het pro-Spaanse Amsterdam richting de opstandige stad Haarlem voor een belegering. Dit leger maakte voor haar troepenverplaatsing gebruik van de weg over de oude Spaarndammerdijk en het aangrenzende water van het Houtrak, gelegen ten zuiden van het eiland Ruigoord. Die Spaanse troepen, die het al plunderend waagden voet aan wal te zetten op Ruigoord werden resoluut een kopje kleiner gemaakt door de hier verschanste Westzaner Geuzen. Op eigen en bekend terrein voor de Geuzen, waren deze Spanjolen geen partij voor de opstandelingen die het noorden van het eiland ook wel gebruikten als uitvalsbasis voor aanvallen over het IJ, elders op deze vijand.

Uit de stripreeks De Geuzen, vervaardigd door Willy Vandersteen, lees hierover meer op Schalk in ’t ooverleggen, stout in ’t uitvoeren

Bij Alkmaar begint de Victorie!

Viering van Alkmaars ontzet,
8 oktober 1573

In de geografische driehoek Amsterdam, Haarlem en Alkmaar, deels Waterland, ontstond in die tijd een voor Holland belangrijk keerpunt in de Tachtigjarige oorlog. Weliswaar viel Haarlem na een zware belegering in Spaanse handen, maar lokale weerstand en moeilijk begaanbaar terrein zorgden ervoor dat de stad Alkmaar stand kon houden. Binnen deze driehoek viel het noordelijk deel van het eiland Ruigoord. De opstandelingen bleven over dit deel van het grondgebied controle houden en de banscheiding kreeg naast een praktische ook een symbolische c.q. euforische betekenis.

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

Het duurde echter nog tot het jaar 1648 dat de Nederlanden door Spanje erkent werd als soevereine staat. Op 15 mei 1648 werd hiertoe in de Duitse stad Münster door alle betrokken partijen een bindend verdrag ondertekend.  Opvallend hierbij is dat Nederland een van de weinige landen is die tot op de dag van vandaag de geboortedatum van haar revolutie niet landelijk feestelijk herdenkt!

Spanningsveld met cultuurhistorische meerwaarde

Afbeelding Hoeve Schoonoord en R.K. Kerk, Ruigoord-Noord. Linksonder in beeld de Bansloot. Foto eind jaren ’50, vorige eeuw.

Tot in onze tijd staat de positie van Ruigoord-Noord versus Ruigoord-Zuid nog altijd ter discussie. Ook in de periode direct na de inpoldering rondom het eiland in 1872 bestond er nog rivaliteit tussen boeren van boven en onder de Banslootscheiding. Wie vandaag de dag een beeldende plek wil bezoeken om te ervaren waar het huidige Nederland fysiek als autonome natie ooit begon, die kan bijvoorbeeld plaatsen bezoeken zoals Heiligerlee of Den Brielle. Maar ook in Ruigoord kan iedereen deze historische gebeurtenis herbeleven: de oude Bansloot is hier nog steeds in het landschap terug te vinden!

Foto-impressie Geuzenherdenkingsfeest gevierd in het kerkgebouw van Ruigoord, eind vorige eeuw

Rondje Ruigoord, deel 3 het Zand van Joop

15 nov

De beleefbaarheid van de gelaagdheid van een stukje cultuurlandschap in tijd en ruimte.

Voorspel

Dit verhaal begint ten tijde van de Amerikaanse Beurskrach van 1929. De economische crisis die de daaropvolgende jaren zich over de wereld verspreidde trof ook Nederland en Amsterdam hard. In 1935 telde de beroepsbevolking van ons land maar liefst 600.000 werklozen op in totaal 8 miljoen inwoners.

Havenarbeider – Gemeente Amsterdam Stadsarchief

In Europa voedde deze crisis de opkomst van een aantal dictoriale bewegingen zoals het fascisme in Italië en het nationaalsocialisme in Duitsland, de NSDAP, en in Nederland de NSB.

Tijdig voortschrijdend inzicht

Als middelbare scholier koesterde een jonge Joop den Uyl (1919-1987) sympathie voor sommige nationaalsocialistische denkbeelden, maar uitte tegelijkertijd in diverse opstellen zijn afkeer tegen de rassenleer en derhalve de Jodenvervolging. Echter, bij de Duitse inval in Nederland mei 1940 sloeg zijn eerdere visie geheel om en ontpopte hij zich in korte tijd tot een bevlogen sociaaldemocraat.

Foto: ingang van het Vondelpark

Joop zijn afkeer van het nazisme werd extra versterkt toen een goede Joodse vriendin op transport naar Oost-Europa werd gesteld.

Econoom en journalist

Foto: een jonge Joop den Uyl

Gedurende de eerste bezettingsjaren studeerde Joop economie aan de Universiteit van Amsterdam en wist hier in 1942 alsnog zijn doctoraalexamen te behalen. De rest van de oorlog werkte hij als ambtenaar bij het departement voor Economische Zaken in Den Haag en had tegelijkertijd contact met de illegale groep achter de Amsterdamse verzetskrant ‘het Parool’. Ook was hij journalistiek medewerker van het illegale blad ‘De Nieuwe Vrijheid’.

Havenstad in verzet

Monument De Dokwerker,
Jonas Daniël Meijerplein,
Amsterdam

Tot het begin van de Tweede Wereldoorlog speelde de grote Joodse gemeenschap van Amsterdam een belangrijke rol in de handel en economie van de stad. Driekwart van alle Nederlandse Joden woonden en werkten in de hoofdstad. In februari 1941 organiseerde de communistische arbeidersbeweging een algemene staking tegen de Jodenvervolging en de eerste razzia’s in Amsterdam.

Jaarlijks wordt deze gebeurtenis herdacht bij het monument de Dokwerker. Dit imposante monument verbeeldt een havenarbeider en is in 1952 vervaardigd en onthuld.

Zwaar getroffen haven

Enorme schade aan alle haveninstallaties, Amsterdam

Gedurende de Duitse bezetting van Nederland stond de Amsterdamse haven onder bevel van een Duitse ‘Hafencommandant’. Deze liet aan het begin van de oorlog de toegang van de haven bij IJmuiden met afgezonken schepen blokkeren. Waar de haven in 1939 nog 22 miljoen kubieke meter goederen loste, was dit in 1941 tot praktisch nul gedaald. Toen duidelijk werd dat de oorlog voor de Duitsers verloren was, werd door het Duitse opperbevel het zogenaamde Nero-befehl voor de haven gegeven. Systematisch werden alle haveninstallaties, kranen, loodsen, kademuren en andere faciliteiten opgeblazen met springstof. De tactiek van de verschroeide aarde door een terugtrekkende partij. Dit werd dusdanig grondig uitgevoerd, zodat bij de heropbouw van Nederland na 1945 het herstel van de Amsterdamse haven veel middelen en langere tijd kostte. Het duurde tot ver in de jaren ’50.

Persoonlijk gedreven

Lokaal betrokken

In 1953 werd Joop den Uyl lid van de gemeenteraad van Amsterdam en daaropvolgend van 1962 tot 1965 wethouder van Economische Zaken. Gezien zijn persoonlijke achtergrond en geschiedenis is goed te verklaren waarom hij gedreven en uiterst gemotiveerd was de Amsterdamse haven weer op te bouwen en leven in te blazen. Met name een uitbreiding van het grondgebied in westelijke richting voor de huisvesting van nieuwe petrochemische industrie was een grootschalig project waar hij zich persoonlijk zeer sterk voor maakte.

In zand verzonken eiland

Vanaf 1968 werd begonnen met het opspuiten van grote hoeveelheden kalkhoudend (schelpjes) zand over de akkers van de Groote IJpolder en de Houtrakpolder. Hierdoor werd het gebied op kadehoogte gemaakt en gereed voor nieuwe havenindustrie. In 1973 hadden deze zandopspuitingen de grens van de kern van het dorp Ruigoord benaderd. Het dorp dat voorheen als een verhoging in het polderlandschap had gelegen, lag vanaf dat moment als een groene, verzonken oase in een totaal nieuwe omgeving. Hevige, lokale protesten samengaande met het uitbreken van de oliecrisis, zorgden ervoor dat Joops plannen voor dát moment en op díe plaats tot stilstand kwamen.

Zandopspuitingen rond Ruigoord, 1973.
Foto: Kees Nevenzel, Zwanenburg
Zandopspuitingen rond de kern van het dorp Ruigoord, met in het zuidoostelijke kwadrant het vandaag de dag nu nog bestaande restant van ’t Zand van Joop.

Monumentwaardig voor dorp, stad én haven

Een deel van het originele, ruw opgespoten Zand van Joop is vandaag de dag als een historisch landmark nog voor eenieder in Ruigoord-Zuidoost te ontdekken en te ervaren. De tijd heeft ondertussen haar sporen achtergelaten en hierbij voor een hoge natuurwaarde gezorgd. Dit uitzonderlijke stukje industrieel erfgoed, belichaamd vandaag de dag een potentiële dubbele monumentale waarde. Dit niet alleen als beeldbepalend voor de strijd voor het behoud van het dorp Ruigoord, maar ook als belichaming van het doorzettingsvermogen en bevlogenheid voor de Haven van een van de meest bijzondere staatsmannen die ons land heeft gekend.

Elise van Melis, directrice van het Historisch Museum Haarlemmermeer, bezoekt ’t Zand van Joop, 2018

Medewerkers van de natuurorganisaties Floron, Ravon, de Vlinderstichting en de Amsterdamse organisaties Hortus Botanicus en Artis bezoeken de bijzondere natuurwaarden van ’t Zand van Joop in het kader van het project ‘Achter de Zalmhuisjes’. Een project ter bescherming en bevordering van bedreigde inheemse planten, insecten en amfibieën, 2018.

Werken en leren op ’t Zand van Joop.

Foto: deelnemers uit het sociaal-educatief programma van Stichting Het Eiland, 2011

Naar aanleiding van de oliecrisis, twee opmerkelijke politiek-muzikale uitingen gerelateerd aan (haven) arbeiders / volkscultuur:

De mannen van Farce Majeure bieden bij hun bezoek
bij consul Mahmoud Rabbani
het eerste singeltje aan van lied Kiele, kiele koeweit.

Rondje Ruigoord, deel 2 het assenkruisdorp

25 okt

Sommige historische kaarten, van nu nog bestaande wegen in de Houtrakpolder en in Ruigoord, laten zien hoe doordacht en zorgvuldig het plan voor de inpoldering van dit deel van het IJ destijds over de ruimtelijke kaders van het oude eiland zijn gelegd.

Zicht op het begin van de vorming assenkruisdorp Ruigoord

Symbiose als uitgangspunt voor inrichting

Zorgvuldigheid met het uiteindelijke doel het hoogstgelegen deel van het eiland – waar al in de 17e eeuw bebouwing, dijken en waterhuishouding waren aangelegd – met nieuwe wegen te verbinden teneinde een klassiek assenkruisdorp te laten ontstaan. Een uniek voorbeeld hoe met een natuurlijk gevormd oer-landschap als uitgangspunt een versmelting met een 19e-eeuws polderontwerp samen kan gaan. Door deze versmelting kon hier een assenkruis ontstaan, deels op oude grond, deels op nieuwe. We praten hier over de periode vanaf 1872.

Tekentafel uit de oudheid

17e eeuws inpolderings- en verkavelingsplan Beemster

Naast veel Hollandse polders hebben sommige steden en dorpen in binnen- en buitenland een rechthoekig stratenpatroon, het zogenaamde dam- of schaakbordpatroon. In ons land is dit patroon geïntroduceerd door de Romeinen. Zij hadden het weer afgekeken van de Grieken (het hippodamisch systeem) die het op hun beurt weer hebben overgenomen uit de Chinese oudheid. Het patroon, ook wel gridstructuur genoemd, wil zeggen dat straten loodrecht op elkaar zijn aangelegd. Tot de verbeelding sprekende voorbeelden zijn de stad New York, het Unesco erfgoed De Beemster, de stadsuitbreiding van Pompeï en het bijzondere Belgische plaatsje Doel.

Praktische benaming

Met de windrichtingen als uitgangspunt, en tevens overgenomen van andere polders, kregen de nieuwe wegen in de Houtrakpolder eenvoudige namen die direct onttrokken waren aan een praktisch tekentafelontwerp. Namen zoals Noorderweg, Middenweg en Zuiderweg werden horizontaal in het planontwerp ingetekend.

Doordachte precisie

Detail uit kaart van Ruigoord uit 1666 met de oostelijke uitstroom van de bansloot. Bron: archief Hoogheemraadschap van Rijnland

Vanwege haar centrale ligging in het plangebied van de inpoldering werd het hoogstgelegen deel van Ruigoord, precies waar ooit het water van de oude ban(scheidings)sloot van het eiland in het getijdenwater van het IJ uitmondde, hét ontmoetingspunt van een oude zeedijk en een nieuwe polderweg. Er ontstond een bijzondere wegverbinding, en wel een T-splitsing waar naar toevoeging van het erfpad van een bestaand melkhuisje een klassiek assenkruisdorp kon groeien. Dit, met de bestaande kavel van het melkhuisje uit 1666 als inspiratie en uitgangspunt voor de latere bebouwingen.

Luchtfoto van de oude, oorspronkelijke verkaveling van Ruigoord met rondom de nieuwe verkaveling van de Houtrakpolder van na 1872.

Een rondje door de polder

In verticale richting, haaks op de horizontale wegen, werd ten westen van het eiland de Machineweg aangelegd (een verwijzing naar het nieuwe poldergemaal). En aan de oostelijke dijk van Ruigoord, aansluitend op het zuidelijkste puntje van het eiland, de roemruchte Bauduinlaan richting Halfweg. Op het grondgebied van het oude eiland bleef de oorspronkelijke agrarische grondverkaveling op hoofdlijnen onveranderd met een duidelijk onderscheid tussen het noordelijke en zuidelijke deel van het eiland. De oude zeedijk die eerder rond het gehele eiland was aangelegd, werd geschikt gemaakt als weg voor gangbare agrarische vervoersmiddelen. Aan de westzijde van het eiland werd aansluitend op deze dijk een vervolg op de Middenweg gemaakt, bedoeld als ontsluiting richting Spaarndam.

De essentie bewaard gebleven

Wat het grondgebied van Ruigoord vandaag de dag bijzonder maakt, is dat het ter zake doende, essentiële deel van het landschap bewaard is gebleven en zodoende ter plaatse het verhaal kan vertellen, en voor eenieder inzichtelijk en beleefbaar kan zijn hoe dit assenkruisdorp tot stand is gekomen. De nu nog bestaande wegen en paden vormen nog altijd het oorspronkelijke assenkruis en verdelen tegelijkertijd het huidige grondgebied van Ruigoord in vier kwadranten. Volgens wiskundig principe, tegen de klok in:

kwadrant 1 Ruigoord-Noordoost: polder

kwadrant 2 Ruigoord-Noordwest: eiland boven de banslootscheiding

kwadrant 3 Ruigoord-Zuidwest: eiland onder de banslootscheiding

kwadrant 4 Ruigoord-Zuidoost: polder inclusief kavel met ’t zand van Joop

De Verhalenpaal RUIG geplaatst aan het assenkruis van Ruigoord, behorende bij de Schakels aan de Ketting. Op de achtergrond een hedendaagse impressie van het oorspronkelijke ‘melckhuijfgen’ anno 1666 gelegen op het eiland Ruigoord

Recreatieve fietsroute

De belangstelling voor de geschiedenis van Ruigoord en omgeving is de laatste jaren sterk toegenomen. De fietspaden van de Ruigoordroute van Havenfietsen wordt door recreanten en bezoekers intensief gebruikt. En voor de mensen die specifiek geïnteresseerd zijn in historie en landschap, is recent de vaste fietsroute genaamd Schakels aan de Ketting in gebruik genomen. Deze laatstgenoemde route loopt onder meer vanuit de gemeente Haarlemmermeer via Halfweg over een nog bestaand deel van de Zuiderweg (Recreatiegebied Spaarnwoude) naar de Middenweg in Ruigoord en vervolgens via de Noorderweg (Staatsbosbeheer) richting Inlaagpolder. Een bijzonder aantrekkelijke fietstocht door tijd en ruimte met vele verrassende contrasten!

Rondje Ruigoord

29 sep
Polderwegen vinden aansluiting op de rondweg van Ruigoord

In het nieuwste deel van het Westelijk Havengebied van Amsterdam, het Atlaspark, is het vandaag de dag lastig om een goede voorstelling te maken hoe het oude eiland Ruigoord hier voorheen heeft gelegen en hoe groot het was. Het eiland werd tot in de 19e eeuw in de volksmond ook wel het ‘kooien-eiland’ genoemd.

Cornelis Anthonisz., Gezicht op Amsterdam in vogelvlucht, 1538

De moeite waard

Het eiland was van een aanzienlijke oppervlakte en daarom enerzijds al vroeg de moeite waard dit voor agrarisch gebruik te verkavelen en anderzijds een eendenkooi aan te leggen. Ter vergelijking: in de periode tussen het einde van de Late Middeleeuwen en de tijd voor de eerste grote uitleg van Amsterdam (circa 1500 – 1578) was de grondoppervlakte van het eiland vergelijkbaar met het aantal vierkante meters binnen de toenmalige eerste stadsmuren van Amsterdam. Dit was ook de tijd dat het stadsbestuur in 1551 voor het eerst van een lokale boer een kavel grond op Ruigoord aankocht (lees ook onze eerdere blog een bijzondere aankoop).

Beleefbaar, gelaagd landschap

In onze tijd zijn er in het Atlaspark nog twee stukjes van het oude eiland in het landschap terug te vinden. Een deel is de locatie van de oude eendenkooi en een andere deel is het hoogstgelegen deel van het eiland waar ook de eerste bebouwing op het eiland is ontstaan, Ruigoord-kerkdorp. Het grootste, meest westelijke deel van het eiland is vanwege de uitbreiding van het havengebied in de jaren ’70 van de vorige eeuw onder een dikke laag zand gespoten en nu bebouwd met distributieloodsen en opslagtanks voor brandstof. De meest noordelijke punt van het eiland is rond het jaar 2000 afgegraven voor de aanleg van het waterbekken van de nieuwe Afrikahaven.

Weg over dijk en oever

De zwarte, dikke lijn is de rondweg

Direct na de inpoldering van al het getijdewater rond het eiland in 1872 werd een nieuwe rondweg om Ruigoord aangelegd. Deze weg volgde globaal de buitenste contouren van het eiland, daar waar ongeveer de lage dijk, maar overwegend haar oeverbescherming heeft gelegen. Het was een smalle eenvoudig verharde weg, in eerste instantie bedoeld voor toenmalige agrarische voertuigen. In de begin jaren paard en wagen, later de eerste tractoren. Aan de oost- en westzijde van het eiland vond de rondweg aansluiting op de Middenweg, een nieuwe polderweg. Maar de belangrijkste toegangsweg en ontsluiting richting het dorp Halfweg lag in het uiterste zuidelijke puntje van het eiland. Hier vond de rondweg van Ruigoord een directe aansluiting op de imposante nieuwe Bauduinlaan (lees hierover meer op onze eerdere blog een-pittig-gekruid-verhaal).

19e over 17e eeuwse infrastatuur gelegd

Over het punt in de weg en de aansluiting van de Bauduinlaan op de rondweg ontstond een T-splitsing. Op deze splitsing was het dus mogelijk te kiezen voor de westelijke of de oostelijke route rondom het gehele eiland. Deze T-splitsing was tevens het exacte punt in het landschap van het eiland, waar in de 17e eeuw de eendenkooi van Ruigoord was gesticht. Echter, na het inpolderen van het omliggende gebied in 1872, het maken van nieuwe wegen, het bouwen van boerderijen, een paar kleine winkels en woningen, werd er op de kavel van de kooi een drie-onder-een-kap arbeidswoning gebouwd. Met hier Ruigoord 1 als eerste, nieuwe adres en huisnummer!

T-splitsing Bauduinlaan rondweg Ruigoord (1976).
Schilderij Kees Nevenzel, beeldend kunstenaar Zwanenburg

Woonhuis Ruigoord 1 (links)

Fietsen over een stukje oostelijke rondweg

Recent is de aansluiting Bauduinlaan – Ruigoord 1 in het huidige landschap weer goed te herkennen. Naast de opbouw van een impressie van de eendenkooi eindigt hier in noordelijke richting als vanouds de Bauduinlaan en gaat de weg over in een fietspad. Het is hier nog steeds goed zichtbaar en beleefbaar dat deze weg in hoogte iets oploopt, en je hier dus feitelijk het eiland op fietst richting Ruigoord-kerkdorp.

De Middenweg gezien in westelijke richting naar Ruigoord-dorp.

Dorp Ruigoord.

Theo Knook en Bram Spruit
(grootvader Frans Rodenburg)
op tractor met korenmaaier bij Ruigoord

Oostelijke rondweg in zuidelijke richting.
Foto Kees Nevenzel

Passage naar het eiland

Dit stukje cultuurlandschap en landmark markeert nauwkeurig de plek waar deze maand september een fraai en robuust uitgevoerd eikenhouten bermhek is geplaatst. Dit hek is hier in samenspraak met Haven Amsterdam N.V. vervaardigd en aangebracht door van oudsher lokale bouwers in samenwerking met de sociale organisatie Paswerk, arbeidsintegratie ten behoeve van mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking.